zaterdag 25 mei 2013

Aard (Zuurkool)




Aard (Zuurkool)

Speelde zich wel dik 25 jaar geleden af, toch weet ik het nog als de dag van gisteren, ik was erbij, heb het zo bijzonder gevonden, dat het in mijn bol zit en op papier moet...

Aard woonde in een klein huisje voor ouderen en alleenstaanden, bijna dagelijks kwam ik langs zijn huisje in het Leusderkwartier in Amersfoort. Aard zat altijd aan tafel een shagje te roken en ook altijd zijn hoed op.
Volgens mij sliep Aard daar ook mee, want zijn hoed was nogal vet, laten we zeggen, niet één keer schoongemaakt in al die jaren.

Aard reed in een invalidenwagen, met van die pedalen van voren, waar hij aan moest slingeren om vooruit te komen. Aard miste een been, als hij zijn kunstbeen niet om had, lag de stomp op een kussen op zijn zitting van de invalidenwagen. Aard was vaste klant van de slagerij, waar ik achter de toonbank stond, bleef hij buitenstaan, dan ging ik naar hem toe en nam zijn bestelling op, altijd een schouderkarbonade, een speklapje en een balletje gehakt. Had hij zijn kunstpoot aan, zoals hij dat noemde, dan strompelde hij de winkel in en bestelde zelf, wel onder het genot van een aantal plakjes worst, daarom deed hij regelmatig toch zijn poot aan, die worst wilde hij niet missen.

Als ik zijn bestelling buiten bracht, keek hij altijd eerst in het tasje met vlees en vroeg: “Is dat alles wat ik erbij krijg aan worst;-)?”

Aard had de bijnaam ‘zuurkool’ in de volkswijk... dit vanwege een hard borstelig en warrig snorretje onder zijn neus. Als Aard verkouden was, dat gebeurde nogal eens, hing er veelal een flinke klodder opgedroogde of nog net natte klefferige snot in zijn snor.

Aard had natuurlijk als man ook zo zijn behoefte, vlakbij de slagerij was een hoekpand waar de dames van lichte zeden hun brood verdiende op de bovenste etage. Twee keer in de maand ging Aard naar de hoeren. Wanneer dat was kon iedereen in de wijk zien, dan stond Aard zijn invalidenwagen geparkeerd voor het pand!  Van horen zeggen werd Aard de trap op gedragen, anders kon hij niet boven komen.

Op zaterdag was het vroeg druk in de slagerij, de meeste mannen werden met een lijstje naar de slager gestuurd door moeder de vrouw, in de winkel werd de week doorgesproken, dat ging gepaard met de nodige humor tegenover elkaar, het was vaak compleet volkstoneel.. veelal moest ik even mijn mes wegleggen, anders kwamen er ongelukken van. Ik lag dan dubbel van het lachen over mijn hakblok.

Aard kwam ook tegen die tijd dat de mannen zich te goed deden aan een grote schaal met warme paardenworst, die op de toonbank stond om de wachttijd wat te veraangenamen. Dan kreeg hij meestal de volle laag met lol over zich heen, vooral als hij bij de hoeren was geweest, de mannen hadden natuurlijk zijn kar zien staan. Zolang Aard van de schaal met worst snoepte, deed het hem niets, gleed allemaal van hem af, wel de opmerking van: ”Wat ik daar doe, krijg jij thuis niet.” Nou, dan moest Aard met de billen bloot wat hij dan wel kreeg;-)

Ik mocht Aard portretteren in zijn huisje, aan tafel daar waar hij steevast zat met altijd zijn hoed op... een summier ingericht kamer, waar net een kast, een tafel en wat stoelen inpasten. Achter Aard een grote sound machine en aan de muur een kale plek, getekend door jarenlang niet te behangen. Waar eens iets anders had gehangen, maar nu opgevuld was met een kleine foto. Heel bescheiden vroeg ik wat hij daar had weggehaald, “Jongen.” zei Aard, “Je mag veel weten, zelfs dat ik naar de hoeren ga, dat interesseert mij geen reet! Sommige dingen doen pijn, elk huisje heeft zijn kruisje, hier praat ik liever niet over...”

Dat moet je dan maar zo laten, respecteren, je kan ook te nieuwsgierig zijn. Integriteit van de mensen die ik portretteer staat boven alles. Toch, als ik weer eens binnen kwam, ging mijn blik naar die plek...

Willem



Geen opmerkingen:

Een reactie posten